Tolbert ontstond in de 10e eeuw als vestiging van kolonisten op de zandrug tussen Marum en Oostwold die gelegen was in een veenmoeras. Oorspronkelijk werd het 'Fredewolda' (Vredewold) genoemd, maar later werd het opgedeeld in drie buurten:
- de 'oude buurt': 'Oldebert', later 't Olle bert' of Tolbert
- de 'nieuwe buurt': 'Nijeberth', later Niebert
- de 'kleine buurt': Lettelbert
Het Pad is één van de weinige nog bestaande oude, niet bestrate of geasfalteerde paden die de provincie Groningen nog kent. Het is de oudste verbindingsweg over de zandrug in het zuidelijk Westerkwartier tussen Marum en Tolbert. Vooral bij ruilverkavelingen zijn er heel wat zulke oude wegen gesneuveld. Oorspronkelijk vormde het Pad een doorgaande verbinding tussen Marum en Tolbert.
Plantengroei met eigen karakter
In alle jaargetijden heeft het Pad een eigen karakter met de zogenaamde ‘stinzenflora’. Dit zijn ‘vroege voorjaarsbloeiers’, als speenkruid en bosanemonen. De naam is afkomstig van het Friese woord ‘stins’, dat steenhuis betekent: In Groningen worden deze planten ook wel ‘börgbloumkes’ genoemd. Lang geleden is een deel van deze planten van elders, meest vanuit zuidelijke streken aangevoerd, zoals holwortel en winterakoniet. De keizerskroon is oorspronkelijk zelfs afkomstig uit Azië.
Börgbloumkes als voorjaarsboden
Later in het jaar volgen planten als pinksterbloemen, gele lis, russen en waterkers. Overvloedig bloeien er zuring, boterbloemen en weegbree. In de herfst groeien er paddestoelen als aardappelbovist, kastanjeboleet en buisjeszwam. Van de uitgestrekte heidevelden die deze streek in het verleden kende, is nog een klein stukje bewaard gebleven bij de Coendersborg.
Langs de route staan vele soorten bomen en struiken: es, meidoorn, vlier, knotwilg en vele elzen van elzensingels. Het zijn de onderdelen van een typisch kleinschalig, afwisselend landschap. De fauna bestaat uit cultuurdieren als schapen, koeien en paarden en eenden. Maar het Pad kent ook tientallen broedvogelsoorten en een vogelpopulatie variërend van de reiger tot het goudhaantje.
Kortom: het Pad is een prachtige wandeling door de geschiedenis en de natuur van het zuidelijk Westerkwartier.
Coulisse of coulissenlandschap:
Coulisselandschap (of: bocagelandschap) is al eeuwenoud en wordt gekenmerkt door een lapjesdeken van kleine, onregelmatige percelen met daaromheen afscheidingen die bestaan uit een mix van struiken en bomen. Het landschap lijkt wel een beetje op een toneel met coulissen, vandaar de benaming.
citaat uit
“De historische waarde van het pad is echter groot, want het voormalig kerkepad voert door
een landschap, dat met de opstrekkende verkaveling, als geen ander in zijn soort, goed
bewaard is gebleven.” “Door dit voormalig kerkepad in ere te herstellen, kan de dreigende
teloorgang van een toegangspoort naar een rijk verleden worden voorkomen.” (Twee citaten
uit het artikel ‘Straatnaam: “Waar is hetHolmerpadgebleven? ”, in ‘Oud Nieuws’, een
uitgave van de Stichting Oudheidkamer Fredewalda, Tolbert, oktober 1996.)